15 augustus – in Goede Machten liefderijk geborgen
Verrast door een gekregen brunch en een tasje vol cadeaus verlaat ik rond 11 uur mijn huis met een tas in de hand. In de tas zit een cakeblik waar ik geprobeerd heb een appeltaart in te bakken. Ik ben op weg naar Roemeense vrienden. Enkele minuten later stap ik na een dikke knuffel, en de woorden “la mulți ani!” een tuin binnen. Er hangen ballonnen aan de wijnranken die boven de tafel buiten hangen. De rest van de ochtend breng ik aan deze tafel door met vriendelijke mensen, appeltaart, druiven en heel veel koude sap.
15 augustus. Een rode dag in de orthodoxe kalender. Een volledige vrije dag hier in Roemenië. De dag waarin de hemelvaart van Maria wordt gevierd. En de dag waar door een aanzienlijk minder deel van de mensen mijn verjaardag wordt gevierd. 25 jaar geleden kwam ik schreeuwend en hulpbehoevend ter wereld. God heeft mij al die tijd geleid. Soms denk ik dat ik me steeds meer weer een kind begin te voelen die leiding nodig heeft in alles. Die steeds meer afhankelijk is van de Vader Die de weg wijst. 25 jaar. Een halve eeuw al. Ik mis mijn familie. Maar het is toch goed. Ik ben toch gelukkig. Blijkbaar kan gemis en geluk hand in hand gaan.
Want een bijzondere indruk van de eeuwigheid gaf mij een diep besef de avond voor mijn verjaardag. Een besef dat niets er echt toe doet, behalve het zijn in Gods wil. Mijn familie, de verliezen in aardse termen, de onvervulde verlangens. Zo weinig deed het er ineens toe. Alleen God en mijn verhouding tot Hem was nog belangrijk. In het licht van de eeuwigheid is ongehoorzaamheid bitter, en gehoorzaamheid zoet, hoe moeilijk het soms ook kan zijn.
Ik ben dankbaar voor deze indruk, dit verjaardagscadeau van God, waardoor Hij mij voor waarschijnlijk zelfmedelijden bewaarde. Zelfmedelijden om vandaag mijn verjaardag zonder mijn familie en vrienden te moeten vieren. Er is niets wat diepere vreugde geeft dan de zekerheid in het hart en de rustige tevredenheid in Gods wil te zijn.
Ooit schreef ik wat ik nu ook ervaar:
Full, full is my joy in Thee
And the life You’ve given me
Nothing is as freeiing
Than to be sure of Your leading
And to be certain in Your will
Vol, vol is mijn vreugde in U
En het leven dat U mij gegeven heeft
Niets is zo bevrijdend
Om zeker te zijn van Uw leiding
En om zeker te zijn van Uw wil
En zo begon ik zingend mijn verjaardag met de woorden van Dietrich Bonhoeffer. De woorden die hij in de gevangenis schreef toen hij zijn familie miste en er een nieuw jaar inging (vertaling hieronder):
Von guten Mächten treu und still umgeben,
behütet und getröstet wunderbar,
so will ich diese Tage mit euch leben
und mit euch gehen in ein neues Jahr.
Noch will das alte unsre Herzen quälen,
noch drückt uns böser Tage schwere Last.
Ach Herr, gib unsern aufgeschreckten Seelen
das Heil, für das du uns geschaffen hast.
Und reichst du uns den schweren Kelch, den bittern
des Leids, gefüllt bis an den höchsten Rand,
so nehmen wir ihn dankbar ohne Zittern
aus deiner guten und geliebten Hand.
Doch willst du uns noch einmal Freude schenken
an dieser Welt und ihrer Sonne Glanz,
dann wolln wir des Vergangenen gedenken,
und dann gehört dir unser Leben ganz.
Lass warm und hell die Kerzen heute flammen,
die du in unsre Dunkelheit gebracht,
führ, wenn es sein kann, wieder uns zusammen.
Wir wissen es, dein Licht scheint in der Nacht.
Wenn sich die Stille nun tief um uns breitet,
so lass uns hören jenen vollen Klang
der Welt, die unsichtbar sich um uns weitet,
all deiner Kinder hohen Lobgesang.
Von guten Mächten wunderbar geborgen,
erwarten wir getrost, was kommen mag.
Gott ist bei uns am Abend und am Morgen
und ganz gewiss an jedem neuen Tag.
Door goede machten trouw en stil omgeven,
behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,
en met u ingaan in het nieuwe jaar.
Wil nog de oude pijn ons hart vernielen,
drukt nog de last van ‘t leed dat ons beklemt,
o Heer, geef onze opgejaagde zielen
het heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd.
En wilt Gij ons de bitt’re beker geven
met leed gevuld tot aan de hoogste rand,
dan nemen wij hem dankbaar zonder beven
aan uit uw goede, uw geliefde hand.
Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken
om deze wereld en haar zonneschijn,
leer ons wat is geleden dan herdenken,
geheel van U zal dan ons leven zijn.
Laat warm en stil de kaarsen branden heden,
die Gij hier in ons duister hebt gebracht,
breng als het kan ons samen, geef ons vrede.
Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.
Valt om ons heen steeds meer het diepe zwijgen,
de eenzaamheid, die nergens uitkomst ziet,
laat ons dan allerwege horen stijgen
tot lof van U het wereldwijde lied.
In goede machten liefderijk geborgen
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.
August 15 – by gentle powers lovingly surrounded
Surprised by the present of a brunch and a bag full of gifts, I leave my house around 11 o’clock with a bag in my hand. In the bag is a cake tin in which I tried to bake an apple pie. I am on my way to meet Romanian friends. A few minutes later, after a big hug, and the words ‘la mulți ani!’, I step into a garden. There are balloons hanging from the vines suspended above the table outside. I spend the rest of the morning at this table with friendly people, apple pie, grapes and lots of cold juice.
August 15. A red day in the Orthodox calendar. A day off here in Romania. The day in which the ascension of Mary is celebrated. And the day on which my birthday is celebrated by a considerably lesser proportion of people. 25 years ago, I came into the world screaming and destitute. God has guided me all this time. Sometimes I think I am beginning to feel more and more like a child again who needs guidance in everything. Who depends more and more on the Father Who shows the way. 25 years. Half a century already. I miss my family. But it’s good after all. I am happy after all. Apparently, loss and happiness can go hand in hand.
For a special impression of eternity gave me a deep realisation the night before my birthday. A realisation that nothing really matters except being in God’s will. My family, the losses in earthly terms, the unfulfilled desires. So little suddenly mattered. Only God and my relationship with Him mattered. In the light of eternity, disobedience is bitter, and obedience sweet, no matter how difficult it can be at times.
I am grateful for this impression, this birthday gift from God, through which He preserved me from likely self-pity. Self-pity for having to celebrate my birthday today without my family and friends. There is nothing that gives deeper joy than the certainty in the heart and the quiet contentment of being in God’s will.
Once I wrote what I am also experiencing now:
Full, full is my joy in Thee
And the life You’ve given me
Nothing is as freeiing
Than to be sure of Your leading
And to be certain in Your will
And so I began my birthday singing the words of Dietrich Bonhoeffer. The words that he wrote in prison, missing his family as a new year began (translation below):
Von guten Mächten treu und still umgeben,
behütet und getröstet wunderbar,
so will ich diese Tage mit euch leben
und mit euch gehen in ein neues Jahr.
Noch will das alte unsre Herzen quälen,
noch drückt uns böser Tage schwere Last.
Ach Herr, gib unsern aufgeschreckten Seelen
das Heil, für das du uns geschaffen hast.
Und reichst du uns den schweren Kelch, den bittern
des Leids, gefüllt bis an den höchsten Rand,
so nehmen wir ihn dankbar ohne Zittern
aus deiner guten und geliebten Hand.
Doch willst du uns noch einmal Freude schenken
an dieser Welt und ihrer Sonne Glanz,
dann wolln wir des Vergangenen gedenken,
und dann gehört dir unser Leben ganz.
Lass warm und hell die Kerzen heute flammen,
die du in unsre Dunkelheit gebracht,
führ, wenn es sein kann, wieder uns zusammen.
Wir wissen es, dein Licht scheint in der Nacht.
Wenn sich die Stille nun tief um uns breitet,
so lass uns hören jenen vollen Klang
der Welt, die unsichtbar sich um uns weitet,
all deiner Kinder hohen Lobgesang.
Von guten Mächten wunderbar geborgen,
erwarten wir getrost, was kommen mag.
Gott ist bei uns am Abend und am Morgen
und ganz gewiss an jedem neuen Tag.
Surrounded by such true and gentle powers
So wondrously consoled and without fear
Thus will I spend with you these final hours
And then together enter a new year
The worries of the old year still torment us
We’re troubled still by long and wicked days
Oh Lord give our frightened souls the healing
For which you’ve chastened us in many ways
And though you offer us the cup so heavy
So painful, it’s the most that we can stand
Not faltering, with thanks we will accept it
And take it as a gift from your good hand
And should it be your will once more to grant us
To see the world and to enjoy the sun
Then we will all the past events remember
And finally our life with you is one
By gentle powers lovingly surrounded
With patience we’ll endure, let come what may
God is with us at night and in the morning
And certainly on every future day.